Concerts, Festival, Musica, Musicians & Ensembles, Vocal
Op zondag 26 juni 2016 vindt de derde editie van AlbaNova – Midzomerfestival voor creatie en muzikaal erfgoedplaats op de Landcommanderij van Alden Biesen. De komende weken kan u hier interviews lezen met enkele van de artiesten die op het AlbaNova programma staan.
Alle info & tickets: www.albanovafestival.com
Foto (c) Marco Borggreve
We kennen u van heel diverse projecten, zoals uw opnames van hoogromantische liederen met Uta Hielscher, uw uitvoeringen van Bach Cantates, of uw ervaringen in hedendaagse muziek en opera. Hoe benadert u al die verschillende repertoires?
Elke instrumentalist houdt in de eerste plaats rekening met de eigenheden van zijn instrument wanneer hij een bepaald soort muziek speelt. In het ideale geval sluit dat instrument zelf ook mooi aan bij het tijdperk waarin een bepaalde compositie tot stand kwam. Bij ons, zangers, is dat heel eenvoudig. De parameters voor vocale muziek zijn min of meer dezelfde gebleven sinds de vroegst genoteerde muziek zoals het Gregoriaans. Het gaat dan om ademhaling, het aanzetten van klanken en het vloeiend gebruiken van de stem. De anatomie van het menselijk lichaam is – in tegenstelling tot vele muziekinstrumenten – amper veranderd in de laatste duizenden jaren. Naar mijn aanvoelen heeft de Italiaanse zangtraditie de mogelijkheden en het gebruik van de menselijke stem het beste beschreven. Ze is voor mij een werktuig dat ik in verschillende stijlen kan aanwenden.
De thema’s van dood en levenseinde komen vaak terug in de muziek. Is er volgens u een verschil in hoe die thematiek benaderd werd in de romantiek ten opzichte van de oude muziek?
Grote muziek komt op zeker ogenblik altijd weer terecht bij de grote existentiële vragen: Word ik bemind? Kan ik zelf liefhebben? Wat is de dood? Is er een leven na de dood? Met name in de 19de eeuw hebben de toenemende secularisatie en het in vraag stellen van religie geleid tot alternatieve spirituele benaderingen van de dood. De liederen worden nu bevolkt door geesten en creaturen die zich bewegen in een wereld van mythes en sprookjes. Het onbewuste, of het onbekende, heeft de plaats ingenomen van de onaantastbare principes van het geloof. In de romantiek zijn er veel verschillende en gelaagde betekenisniveaus verweven in de muziek.
Welke plaats krijgt het thema van de dood in ‘Schwanengesang’? Het is Schuberts muzikale testament, maar is het doodsthema ook belangrijk in de liederen zelf?
De 600 liederen die Schubert tijdens zijn leven bij elkaar schreef, zijn doorspekt van thema’s zoals vergankelijkheid en doodsverlangen. In die zin zou ik ‘Schwanengesang’ niet expliciet de ultieme nalatenschap van Schubert willen noemen. Wel is er, vooral in de liederen op tekst van Heinrich Heine, een existentieel-filosofisch niveau aanwezig. De grenssituatie in de Dubbelgangersscène zou literair en muzikaal bijvoorbeeld ook honderd jaar later kunnen ontstaan zijn. In de bundel van late liederen, die eigenlijk pas postuum als ‘Schwanengesang’ zijn uitgegeven, vinden we min of meer twee groepen van liederen, op teksten van Rellstab en Heine. Op het einde is er nog één lied op tekst van Seidl. De combinatie van deze liederen in één bundel wordt vaak als willekeurig gezien, vooral omwille van dat laatste lied, ‘Taubenpost’. Persoonlijk hou ik wel van de breuk die deze toevallige ordening met zich meebrengt, dus blijf ik er ook bij. In elk geval eindigt de cyclus op deze manier met het sleutelbegrip van de Duitse romantiek: “… die Sehnsucht, kennt ihr sie?”
Hoe belangrijk is het voor u dat deze liederen in uw eigen taal zijn? En hoe gaat u om met het feit dat niet alle luisteraars deze taal volledig machtig zijn?
Het is natuurlijk een groot voordeel om je in je eigen taal te kunnen uitdrukken. Tegelijk schuilt daar echter ook het gevaar dat je dingen als vanzelfsprekend beschouwt. Ik heb al indringende uitvoeringen gehoord door zangers met een andere moedertaal dan Duits, net omdat ze zo bewust met de Duitse lyriek omgaan en ze in vraag durven stellen. De muziek van Schubert is doordrongen van oermuzikale gestes en typische wendingen uit de volksmuziek. Ik groeide op in een klein dorp aan de grens van Oostenrijk, waardoor deze aspecten van de muziek mij erg na aan het hart liggen. Deze gevoelens kunnen op een publiek overslaan, ook wanneer dat publiek niet elk woord of elke nuance begrijpt. De absolute kwaliteit en de schoonheid van deze liederen laten zich niet inperken door taal of tijdsgeest.
In het verleden heeft u al ‘Winterreise’ gezongen met Jos van Immerseel, die u nu ook weer begeleidt. Welke rol speelt hij bij uw interpretatie van de liederen? Of hoe inspireert u hem?
Bij ‘Liederabenden’ bestaat er een ideaalbeeld van de dienende begeleider. Om het cru te stellen: de begeleider moet de voordracht van de zanger zo weinig mogelijk verstoren en hem op elk moment voorzien van een ondersteunend klanktapijt. Godzijdank is Jos van Immerseel een heel ander soort begeleider! Een liedrecital kan een pakkende en avontuurlijke reis worden, aangrijpend, dramatisch, onrustwekkend, bewogen… Om dit te realiseren, hou ik ervan om het podium te delen met een metgezel die ook al eens tegenstuurt en vastberaden zijn eigen koers vaart. Wij vallen heel vaak terug op ons instinct en onze intuïtie, en dat kan alleen als er een sterke geestesverwantschap is tussen beiden. Ik ben dan ook heel blij dat Jos van Immerseel bij deze uitvoering van Schuberts ‘Schwanengesang’ opnieuw aan mijn zijde staat.
Interview: Klaas Coulembier
Thomas Bauer op AlbaNova:
Schwanengesang
Thomas Bauer & Jos van Immerseel
12.00 & 15.20 uur
Cuvelier / Betalend
Info & tickets: www.albanovafestival.com
Comments RSS Feed